De uitzondering van art. 1:88 lid 1 sub c en lid 4 BW (1999.02.2020)
Ingegaan wordt op de gevallen waarin volgens art. 1:88 lid 1 sub c en lid 4 BW geen toestemming van de echtgenoot wordt vereist. Volgens Luijten staat lid 4 haaks op de constante jurisprudentie die vóór 1992 over lid 1 sub c is gewezen en waarin de vereenzelviging is afgewezen. Hij noemt de opname van lid 4 een misgreep. Ingegaan wordt op de argumenten die pleiten voor een wetswijziging in deze.
M.Y. NetheWPNR 1998/6339 blz. 798
Wetgeving | |
---|---|
Jurisprudentie | |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Literatuur |
Publicatiedatum | 08-05-2009 |
Nummer | 1999/0031 |