Naar de inhoud

De vastgoed bv-cv-structuur en de wide margin of appreciation van de ontvanger

Recent heeft Hof Arnhem-Leeuwarden een interessante uitspraak gedaan in een zaak waarin door middel van een bv-cv-structuur vastgoed werd ontwikkeld. Doorgaans wanen de vennoten in een dergelijke structuur zich gevrijwaard van civielrechtelijke claims van schuldeisers van de cv. Hoe anders dit is in het fiscale recht, illustreert deze uitspraak. Dit is vooral van belang in de vastgoedpraktijk, waar de cv de belastingplichtige is voor de omzetbelasting. Voor de heffing van inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting is zo'n cv als fiscaal transparant doorgaans niet relevant. De vennoten worden voor hun aandeel in de winst rechtstreeks in de heffing van inkomstenbelasting (indien het een natuurlijke persoon is) of vennootschapsbelasting (indien het een lichaam is) betrokken.1

1. Bv-cv-structuur: civiel

In deze zaak draait het om een zogenoemde bv-cv-structuur waarbij de beherend vennoot steevast de rechtsvorm van een bv heeft. De reden hiervan is dat de beherend vennoot onbeperkt aansprakelijk is2 en de commanditair vennoot beperkt aansprakelijk is. De commanditair vennoot is niet verbonden voor verbintenissen van de vennootschap.3 Dat alles volgens het civiele recht overigens; over het fiscale recht kom ik hierna te spreken. Denkbaar is zelfs dat een natuurlijke persoon zelf commanditair vennoot in een cv is en deze natuurlijke persoon via een door hem gehouden besloten vennootschap beherend vennoot is. Vanuit civielrechtelijke perspectief is de aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon op deze wijze beperkt. Op de eerste plaats via zijn commanditaire deelname. Op de tweede plaats, omdat de bv als rechtspersoon-beherend vennoot zelfstandig aansprakelijk is en niet de natuurlijke persoon als aandeelhouder van deze…