De ‘vreemd recht’-verklaring; (ten onrechte) een vreemde eend in de notariële bijt
Op grond van artikel 10:45 BW kunnen echtgenoten een notariële akte in het huwelijksgoederenregister doen inschrijven, inhoudende een verklaring dat hun huwelijksvermogensregime niet door het Nederlands recht wordt beheerst.
Naar aanleiding van een recente uitspraak wordt ingegaan op de betekenis van deze bepaling en het belang ervan voor de notariële praktijk.
De casus
De man (M) en de vrouw (V), beiden van Poolse nationaliteit maar woonachtig in Nederland, zijn in juli 2009 in Polen in het huwelijk getreden. Twee dagen voor het huwelijk heeft een notaris een akte opgemaakt met de volgende inhoud:
“(…)
HUWELIJKSE VOORWAARDEN [HUWELIJKSVERMOGENSOVEREENKOMST]
1.
M en V verklaren, dat zij beiden met elkaar niet gehuwd zijn, maar dat zij voornemens zijn met elkaar in het huwelijk te treden op 25 juli 2009 te Legnica.
2.
M en V verklaren dat zij met ingang van de dag waarop zij in het huwelijk treden de uitsluiting van elke gemeenschap van goederen vaststellen . (…)”
Kennelijk is, alhoewel deze ‘huwelijkse voorwaarden’ blijkbaar door een Nederlandse notaris zijn opgemaakt, de inschrijving daarvan in het huwelijksgoederenregister van artikel 1:116 BW achterwege gebleven, en wat voorts opvalt is dat een rechtskeuze (voor Pools recht) ontbreekt.
M heeft een huurachterstand en heeft ter zake met zijn verhuurder een vaststellingsovereenkomst (betalingsregeling) gesloten die hij niet is nagekomen.
Vervolgens heeft de verhuurder loonbeslag gelegd onder de werkgever van V, stellende dat het loon van V in de gemeenschap van goederen valt waarin zij met M is gehuwd, zodat hij zich hierop kan verhalen.
V wendt zich tot de voorzieningenrechter met het verzoek om het…