Diverse activiteiten vormen geen onderneming

Samenvatting

Belanghebbende staat sinds 1991 bij de Kamer van Koophandel ingeschreven met een eenmanszaak. Voordien was hij als zelfstandig loodgieter werkzaam, maar voor het uitoefenen van dat beroep is hij arbeidsongeschikt geraakt. Belanghebbende ontvangt naast een WAZ-uitkering een uitkering uit een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Verder is hij sinds 2010 lid van de gemeenteraad, waarvoor hij een vergoeding ontvangt. Vanaf 2010 of 2011 is belanghebbende zich mede gaan oriënteren op het ontplooien van activiteiten in Thailand. In de jaren na 2012 is een rijstplantage opgestart. Belanghebbende heeft zijn inkomsten en kosten uit hiervoor genoemde activiteiten verantwoord als winst uit onderneming. Belanghebbende heeft een huurwoning waarin met goedkeuring van de verhuurder een werkruimte is gemaakt. De werkruimte heeft een eigen opgang, een pantry met een watervoorziening en een aansluiting voor sanitaire voorzieningen. Naar aanleiding van een boekenonderzoek zijn navorderingsaanslagen opgelegd. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de uitkeringen uit de arbeidsongeschiktheidsverzekering terecht tot de belastbare periodieke uitkeringen of verstrekkingen heeft gerekend in plaats van tot de winst uit onderneming. Rechtbank Gelderland acht aannemelijk dat de verzekering, zoals gebruikelijk, mede dekking biedt tegen inkomensderving door arbeidsongeschiktheid die niet door beroepsuitoefening is ontstaan. Daarbij weegt mee dat uit de incomplete overgelegde set verzekeringsvoorwaarden niet blijkt dat alleen sprake is van een beroeps- of bedrijfsongevallenverzekering. De vergoeding voor de werkzaamheden als gemeenteraadslid is door de inspecteur terecht aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden. De vraag of de activiteiten in Thailand een bron van inkomen vormen, beantwoordt de rechtbank ontkennend. Voor 2011 en 2012 zijn slechts kosten gemaakt en is geen omzet behaald. Voor latere jaren zijn bescheiden omzetten behaald en bedroegen de kosten € 30.000…