Dwangsom verschuldigd wegens niet-tijdig beslissen bezwaar aanmaningskosten
Samenvatting
Belanghebbende heeft de ontvanger in gebreke gesteld vanwege het uitblijven van een uitspraak op het bezwaar tegen een beschikking aanmaningskosten. Belanghebbende verzoekt tevens om een dwangsom. De ontvanger heeft geen uitspraak op bezwaar gedaan tegen de aanmaningskosten en stelt dat belanghebbende geen recht heeft op een dwangsom. De ontvanger meent dat geen uitspraak op bezwaar hoeft te worden gedaan omdat de rechtsgrond voor het verzenden van de aanmaning, door vermindering van de naheffingsaanslag tot nihil, is komen te vervallen. Rechtbank Gelderland is van oordeel dat de ontvanger, gelet op art. 7 Kw.Inv.Rb. en art. 7:10, lid 1, Awb, op het bezwaar had moeten beslissen. Dat het bezwaar tegen de naheffingsaanslag en de boete gegrond is verklaard, maakt dat niet anders. Dit brengt met zich mee dat de maximale dwangsom is verschuldigd nu tot op heden geen uitspraak is gedaan.
(Beroep gegrond.)
Commentaar
Een volstrekt onnodige procedure. Ik kan er niets anders van maken als ik als buitenstaander de uitspraak lees. Waarom heeft de ontvanger hier niet gewoon uitspraak gedaan op het bezwaarschrift tegen de aanmaningskosten? Hof Amsterdam was op 27 september 2012, nr. 10/00553bis, NTFR 2012/2610 naar mijn mening heel duidelijk in een vergelijkbare zaak. Het hof oordeelde daar dat met de verzending van de aanmaningsbrief, gelet op art. 2 Kw.Inv.Rb., de verschuldigdheid van de aanmaningskosten vaststaat. De aanmaningsbrief is daarbij aan te merken als een voor bezwaar vatbare beschikking, hetgeen overigens naar mijn mening wel duidelijk in de wet opgenomen zou mogen worden. In art. 75…