Mr. De Beij heeft niet berust in de wraking. Ter zitting heeft zij toegelicht dat in het Procesreglement regels zijn opgenomen die een algemene invulling geven aan de beginselen van een goede procesorde. Het Procesreglement is niet bindend en er kan als dat noodzakelijk wordt geacht, van worden afgeweken. Uit artikel 279 Rv volgt dat onverwijld een zitting mag worden bepaald. Hierbij moeten de beginselen van hoor en wederhoor gewaarborgd worden.
Op grond van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) moet de kinderrechter altijd het belang van het kind voorop stellen. De William Schrikker Groep heeft in het verzoek een signaal afgegeven dat zij zich ernstige zorgen maakt over de omgang tussen verzoeker en zijn dochter. Dit signaal heeft de rechtbank serieus te nemen en daarom is er met spoed een zitting gepland.
Hieruit volgt volgens de rechter op geen enkele wijze dat bij haar sprake zou zijn van vooringenomenheid. Zij heeft bij de beslissing om de zaak op 4 mei 2017 toch door te laten gaan de belangen van het kind zwaar laten meewegen en ook de noodzaak om in gesprek met partijen te vernemen wat er aan de hand is. De rechter stelt dat er wel degelijk een schriftelijke oproep naar verzoeker is uitgegaan. Omdat het op een zo korte termijn inderdaad kan voorkomen dat oproepingen niet tijdig aankomen, heeft de rechtbank gevraagd of de gezinsvoogd partijen op de hoogte kon stellen van de geplande zittingsdatum. Dit is volgens de rechter een gebruikelijke werkwijze in een dergelijk geval. Verder was op het moment van de oproeping nog geen advocaat bekend die kon worden aangeschreven over de zittingsdatum. Daarnaast heeft de advocaat de mogelijkheid om verweer te voeren op de zitting. Gelet op al het voorgaande getuigt het plannen van de zitting volgens de rechter niet van vooringenomenheid.