Naar de inhoud

ECLI:NL:RBMNE:2017:3515 Rechtbank Midden-Nederland , 10-07-2017 / 16/659264-17 (P)

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling StrafrechtZittingslocatie Utrecht

Parketnummer: 16/659264-17 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 10 juli 2017

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1995] te [geboorteplaats] ,

wonende te [woonplaats] , [adres] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 juni 2017.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N.M. van Collenburg en van hetgeen verdachte en mr…

Een 21-jarige man uit Amsterdam heeft in maart van dit jaar een handgranaat tot ontploffing gebracht in een winkel in Nieuwegein. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Een 21-jarige medeverdachte is vrijgesproken.

De hoofdverdachte heeft ’s nachts met een stoeptegel een winkelruit vernield en vervolgens een handgranaat laten ontploffen. Volgens de officier van justitie hadden hij en de vrijgesproken medeverdachte hiermee mensen in levensgevaar gebracht. Zij eiste voor de hoofdverdachte een celstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. In het dossier bevinden zich geen stukken over de werking, kracht en risico's van de handgranaat. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat de explosie krachtig genoeg was om de personen in de bovenwoning in levensgevaar te brengen.

Uit het rapport van de reclassering blijkt dat de man licht verstandelijk beperkt is met impulsief en ondoordacht gedrag. De rechtbank legt meerdere bijzondere voorwaarden op naast het reclasseringstoezicht. Zo moet hij een behandeling ondergaan en worden opgenomen in een instelling voor begeleid wonen. Daarnaast moet hij een schadevergoeding van 3.340 euro betalen aan de winkeleigenaar.

De medeverdachte die is vrijgesproken bestuurde de auto met afgeplakte kentekenplaten. Hij bleef in de auto toen de hoofdverdachte de granaat liet ontploffen. Het kan niet anders dan dat hij wist dat de hoofdverdachte iets van plan was dat niet deugde. Toch ziet de rechtbank ziet in het dossier geen enkel aanknopingspunt dat hij wist dat de hoofdverdachte een granaat ging laten ontploffen.

Gegevens

Instantie Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak10-07-2017
Datum publicatie11-07-2017
ECLIECLI:NL:RBMNE:2017:3515
Zaaknummer16/659264-17 (P)
Bijzondere kenmerkenEerste aanleg - meervoudig
RechtsgebiedStraf(proces)recht