Naar de inhoud

EHRC 2012/30, EHRM 20-09-2011, , 52036/09

Inhoudsindicatie

Geen wezenlijk nadeel

Samenvatting

In het kader van een procedure tegen de staat inzake ingehouden bedragen op zijn pensioen, had de echtgenoot van klaagster in 2005 een vordering tot schadevergoeding ingesteld van in totaal 2.008 EUR, bestaande uit 1.008 EUR materiële en 1.000 EUR immateriële schade. Na zijn overlijden werd de zaak voortgezet door zijn zoon en zijn vrouw (klaagster). In 2010 werd de zaak uiteindelijk niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de zaak bij de verkeerde instantie aanhangig zou…

Instantie Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Datum uitspraak20-09-2011
PublicatieEHRC 2012/30 (Sdu European Human Rights Cases), aflevering 2, 2012
Zaaknummer52036/09
RechtsgebiedMensenrechten (EVRM)
Rubriek Ontvankelijkheidsbeslissingen EHRM
Rechters
  • Vajic (President)
  • Lorenzen
  • Hajiyev
  • Lazarova Trajkovska
  • Laffranque
  • Sicilianos
  • Mose
Partijen Kiousi
tegen
Griekenland
Regelgeving
  • EVRM - 35 lid 3(b)