Naar de inhoud

Fiscale duiding van huurincentives

Wet IB 2001

De vastgoedcrisis heeft de verhoudingen op de kantorenmarkt ingrijpend veranderd. Dé uitdaging voor verhuurders van vastgoed was en is huurders te vinden en te binden. Daarvoor kunnen aan huurders verschillende soorten incentives worden gegeven. In dit artikel worden de fiscale aspecten van deze incentives in kaart gebracht.

1. Inleiding

Met de komst van de vastgoedcrisis waren de vooruitzichten voor vastgoedbeleggers op de verschillende vastgoedmarkten niet onverdeeld rooskleurig. Kantoren die leeg kwamen te staan sprongen daarbij in het oog. Dat werd onder meer veroorzaakt door groot aanbod van kantoorruimtes en het ‘Het Nieuwe Werken’, dat nieuwe normen voor huisvesting bracht. Ook bleek de locatie van commercieel vastgoed niet altijd meer optimaal, omdat gebruikers weer terug wilden van de randen van de stad naar de stadscentra. De opname van kantoorruimtes daalde in het derde kwartaal 2014 met 22% ten opzichte van het tweede kwartaal 2014. 1 Ook op dit moment zijn de vooruitzichten voor beleggers op de kantorenmarkt verre van rooskleurig. Deze ontwikkelingen vragen van beleggers een meer actieve opstelling richting de huurders. Dé uitdaging voor verhuurders van vastgoed was en is huurders te vinden en te binden. Daarvoor kunnen aan huurders verschillende soorten incentives worden gegeven. Incentives zijn te omschrijven als prikkels om huurders zover te krijgen dat zij bereid zijn een huurcontract aan te gaan of een bestaand huurcontract voort te zetten. In SIC 15 staat daarover vermeld: ‘Examples of such incentives are an up-front cash payment to the lessee or the reimbursement or assumption by the lessor of costs of the lessee (such as relocation costs, leasehold improvements and costs associated with a pre-existing…