Naar de inhoud

Gedoogbevel tot verwijderen van asbest uit baggerspecie

Bodembescherming

Vzngr. Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State

28 augustus 2017, nr. 201706629/1/A1,

ECLI:NL:RVS:2017:2296

(Scholten-Hinloopen)

Gedoogbevel.

[Wbb art. 49]

Bij besluit van 7 juli 2017 heeft het college aan [verzoekster] krachtens de Wet bodembescherming een gedoogbevel opgelegd.

Op het terrein van [verzoekster], gelegen aan de [locatie] te Heemstede, is eind 2012 en in 2013 baggerspecie in depot gebracht. De baggerspecie is afkomstig uit de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Een deel van de opgeslagen baggerspecie is over een deel van het perceel verspreid. Gebleken is dat in de op het perceel aanwezige baggerspecie asbesthoudend materiaal aanwezig is.

Bij het besluit van 7 juli 2017 heeft het college [verzoekster] bevolen te gedogen dat op het perceel in de maanden augustus, september en oktober van 2017 gedurende een periode van maximaal 20 werkdagen werkzaamheden worden uitgevoerd ter verwijdering van het op het perceel aanwezige asbest, zoals omschreven in het door Niebeek B.V. opgestelde Plan van Aanpak van 10 maart 2016. De uit te voeren werkzaamheden bestaan onder meer uit de verwijdering van asbest op het huidig maaiveld door middel van handpicking, het verwijderen en afvoeren van grof vuil bij de spuitmonden en eventueel de inzet van (mechanische) hulpmiddelen.

Ter zitting heeft het college gesteld dat het zich de situatie van [verzoekster] van begin af aan heeft aangetrokken, hoewel de provincie op geen enkele manier verantwoordelijkheid draagt voor de ontstane situatie. [verzoekster] weigert het college toegang tot het perceel te verlenen om het asbesthoudende materiaal te verwijderen…