Geen faciliteit bedrijfsfusie bij doorinbreng
In een arrest van 30 november 2012 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een beroep op de bedrijfsfusiefaciliteit niet mogelijk is bij het opzetten van een holdingstructuur met drie vennootschappen. Er zijn echter enkele alternatieve mogelijkheden om een 'drietrapsraket' op te zetten.
Om juridische en fiscale redenen is het aantrekkelijk om de onderneming in een holdingstructuur te gieten. De ondernemer is dan aandeelhouder van de holding die op haar beurt aandeelhouder is van de werkmaatschappij. Is er tevens een bedrijfspand dan verdient een extra vastgoedvennootschap overweging. Met een holdingstructuur kan de ondernemer de juridische aansprakelijkheid zoveel mogelijk beperken. Dit is te realiseren door de ondernemingsactiviteiten onder te brengen in de werkmaatschappij en alle waardevolle vermogensbestanddelen (zoals bedrijfspand en beleggingen) in de bovenliggende houdstervennootschap(pen). Bij een faillissement van de onderneming, kunnen schuldeisers hun vorderingen dan - behoudens uitzonderingen - enkel verhalen op het vermogen van de werkmaatschappij.
Binnen de in figuur 1 geschetste de holdingstructuur kan een bedrijfsoverdracht eenvoudig worden vormgegeven door Vastgoed-bv de aandelen in Werkmij-bv te laten overdragen. Wil de dga ook het bedrijfspand verkopen, dan moet Holding-bv de aandelen in Vastgoed-bv overdragen. Wordt met de aandelenverkoop een winst behaald dan is deze vrijgesteld op grond van de zogenoemde deelnemingsvrijstelling. Pas als de winst aan de dga in privé als dividend wordt uitgekeerd of de aandelen in de houdstervennootschap worden vervreemdt, is de dga 25% ab-heffing verschuldigd.
Bedrijfsfusie
Bij het opzetten van een holdingstructuur wordt vaak gebruik gemaakt van de zogenoemde bedrijfsfusiefaciliteit. Deze faciliteit maakt het mogelijk om de onderneming zonder heffing van vennootschapsbelasting over te dragen aan een dochtervennootschap. …