Geen schenkingsvrijstelling eigen woning door eerdere schenking in 2013
Een kind heeft in 2013 een schenking van haar vader ontvangen en heeft daarbij een beroep gedaan op de algemene hoge vrijstelling van € 24.676 als bedoeld in artikel 33 sub 5 SW. Aan de staatssecretaris van Financiën is de vraag voorgelegd of het kind recht heeft op de verhoogde schenkingsvrijstelling eigen woning die op 1 januari 2017 wordt ingevoerd.
Thans heeft de staatssecretaris aangegeven dat het kind niet in aanmerking komt voor de verhoogde schenkingsvrijstelling omdat het kind reeds in 2013 een beroep heeft gedaan op een verhoogde schenkingsvrijstelling als bedoeld in artikel 33 sub 5 SW. Volgens de staatssecretaris kan geen beroep worden gedaan op de verhoogde schenkingsvrijstelling eigen woning tenzij wordt voldaan aan een van de uitzonderingen in het overgangsrecht. In de wetsgeschiedenis is het volgende opgemerkt: “De verhoogde schenkingsvrijstellingen zijn eenmalige vrijstellingen. De hoofdregel is dat de verkrijger per schenker eenmaal in zijn leven van één van de regelingen gebruik kan maken. In 2013 en 2014 is eenieder in de gelegenheid gesteld om eerdere schenkingen voor de eigen woning aan te vullen tot de voor die jaren geldende verhoogde vrijstelling van € 100.000. Op grond van het thans voorgestelde overgangsrecht gaat een vergelijkbare regeling ook gelden voor diegenen die in de kalenderjaren 2015 en 2016 gebruikmaken van de voor die jaren geldende verhoogde schenkings-vrijstelling voor de eigen woning van € 53.016 (bedrag 2016). Zij kunnen in de kalenderjaren 2017 en 2018 bij een schenking voor de eigen woning nog een vrijstelling toepassen tot het bedrag waarmee de met ingang van 2017 geldende vrijstelling voor de eigen woning de thans bestaande verhoogde vrijstelling van € 53.016 (bedrag 2016) te boven gaat. Het overgangsrecht wordt daarmee - in combinatie met de tijdelijke verhoogde vrijstelling in 2013 en 2014 - zodanig vorm gegeven dat eenieder de mogelijkheid krijgt of heeft gehad om vrij van schenkbelasting te schenken tot een ton voor de eigen woning.” Op grond van het overgangsrecht kunnen degenen die in 2013 geheel of gedeeltelijk gebruik hebben gemaakt van een hoge vrijstelling geen gebruikmaken van de nieuwe schenkingsvrijstelling.
Ministerie van Financiën 30 juni 2016, nr 2016-0000090489
Redactie:
Het overgangsrecht met betrekking tot de verhoogde schenkingsvrijstelling is opgenomen in artikel 82a SW dat op 1 januari 2017 in werking zal treden. Op grond hiervan kan er nog een bijzondere regeling gelden als een kind vóór 1 januari 2010 een beroep heeft gedaan op de verhoogde schenkingsvrijstelling. Indien dit kind ter zake van een schenking in het jaar 2015 of 2016 een beroep heeft gedaan op de zogenoemde inhaalvrijstelling als bedoeld in artikel 33 sub 6 SW, kan het kind blijkens artikel 82a lid 3 SW in de kalenderjaren 2017 of 2018 nog recht hebben op een schenkingsvrijstelling van bijna € 47.000 mits de schenking wordt gebruikt voor de eigen woning en zolang het kind (of diens partner) de leeftijd van 40 jaar nog niet heeft bereikt. Indien dit kind niet in 2015 of 2016 gebruik heeft gemaakt van de inhaalvrijstelling, kan het kind vanaf 1 januari 2017 nog in aanmerking komen voor een vrijstelling voor de eigen woning van ruim € 27.000 zolang het kind (of diens partner) de leeftijd van 40 jaar niet heeft bereikt. Zie meer hierover FBN 2015, nr 62 en WPNR 2016/7097.
Wetgeving | art. 33 SW art. 82a SW |
---|---|
Jurisprudentie | |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Kamerstukken |
Publicatiedatum | 12-07-2016 |
Nummer | 2016/0174 |