Naar de inhoud

Geen vrijstelling omdat schenking niet is gedaan op grond van natuurlijke verbintenis

Samenvatting

Belanghebbende heeft in 2012 € 25.030 van zijn moeder geschonken gekregen. De inspecteur heeft een aanslag schenkingsrecht opgelegd van € 2.000. In geschil is of de schenking is vrijgesteld van schenkbelasting op grond van art. 33, aanhef en onder 12º, SW 1956.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat er onvoldoende omstandigheden zijn die het bestaan van een natuurlijke verbintenis rechtvaardigen. De schenking is daarom niet vrijgesteld van schenkbelasting. Er is geen sprake van schending van het motiveringsbeginsel. De rechtbank wijst er tot slot op dat beslissingen op het verzoek om kwijtschelding en het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule zijn voorbehouden aan de minister van Financiën.

(Beroep ongegrond.)

Commentaar

Belanghebbende was beeldend kunstenaar en had weinig inkomsten uit zijn onderneming. In 2012 was hij een nieuw samenwerkingsverband gestart. Zijn moeder stelde in 2012 een bedrag van € 25.030 aan hem ter beschikking, waarvan € 5.030 vrijgesteld van schenkbelasting. Het feit dat moeder zich gedrongen voelde haar zoon te steunen en ten behoeve van zijn onderneming en zijn levensonderhoud een bedrag te schenken, kan volgens de rechtbank niet worden gezien als het voldoen aan een natuurlijke verbintenis. Bij een natuurlijke verbintenis moet naar objectieve maatstaven sprake zijn van het voldoen aan een dringende morele verplichting. Volgens de rechtbank had belanghebbende door andere arbeid of een beroep op de Wet werk en bijstand in zijn levensonderhoud kunnen voorzien. Een beroep op de natuurlijke verbintenis om schenkbelasting te vermijden, zal zelden succesvol zijn. Zie ook Hof Amsterdam 21 april 2011, nr. 09/00519, NTFR 2011/1714, met commentaar van ondergetekende. Onder omstandigheden…