Naar de inhoud

Gemeenschappelijke huishouding ondanks ontbreken gezamenlijk hoofdverblijf

Om voor de heffing van successierecht te worden aangemerkt als verkrijger die samen met de erflater een gemeenschappelijke huishouding voerde, moet sprake zijn van een gemeenschappelijk hoofdverblijf.

De Hoge Raad heeft evenwel in zijn arrest van 17 maart 1993, FBN 1993, nr 51 geoordeeld dat ondanks het ontbreken van een gemeenschappelijk hoofdverblijf onder omstandigheden toch sprake is van een gemeenschappelijke huishouding. Het ontbreken van een gemeenschappelijk hoofdverblijf mag niet toe te schrijven zijn aan de wens van erflater en verkrijger ten opzichte van elkaar een zekere zelfstandigheid te bewaren, …

Wetgeving
Jurisprudentie
Officiële publicaties
Europese regelgeving
Soort nieuwsOverig
Publicatiedatum27-11-1998
Nummer1998/0268