Gezamenlijk gezag blijft in stand – mening van de kinderen doet niet ter zake
De vader verzoekt het gezamenlijk gezag te beëindigen en hem met het eenhoofdig gezag over de minderjarigen te belasten. Het verzoek wordt afgewezen. Dat de minderjarigen te kennen hebben gegeven geen contact met hun moeder te willen en niet willen dat zij geïnformeerd wordt over hun leven, leidt niet tot een ander oordeel. Het is immers niet aan de minderjarigen om over gezag- en omgangskwesties te beslissen, maar aan de ouders.
De feiten
M en V zijn de ouders van twee minderjarige kinderen, over wie zij gezamenlijk…
Wetgeving | |
---|---|
Jurisprudentie | ECLI:NL:GHDHA:2015:3683 |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Uitspraak |
Publicatiedatum | 13-01-2016 |
Nummer | 2016/0012 |