Haags huwelijksvermogensverdrag 1978 ook van toepassing op huwelijken van gelijk geslacht?
Hof Den Haag kreeg de vraag voorgelegd of het toepasselijk recht op het huwelijksvermogensregime van twee vrouwen die met elkaar gehuwd zijn, door het Haags huwelijksvermogensverdrag 1978 wordt beheerst. Aangezien naar Nederlands recht het huwelijk geldig is, ook al is het gesloten na de inwerkingtreding van het Verdrag, worden de conflictregels van het Verdrag hierop toegepast.
De casus
De ene echtgenote heeft de Turks-Nederlandse nationaliteit; de andere is Turks-Cypriotisch. Ter gelegenheid van hun echtscheiding rijst de vraag naar het toepasselijke huwelijksvermogensrecht, omdat er geen rechtskeuze was uitgebracht.
Het hof overweegt dienaangaande:
“De vraag die moet worden beantwoord is of het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime, ’s-Gravenhage 14 maart 1978, Trb 1988, 130 (hierna: het Verdrag) in casu van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van echtgenoten van gelijk geslacht. Het Verdrag bezigt de begrippen 'de echtgenoten' en 'het huwelijk'. Toen het Verdrag tot stand kwam en in werking trad, was de Wet openstelling huwelijk – in werking getreden op 1 april 2001 – nog niet van toepassing en daarmee een huwelijk tussen personen van gelijk geslacht (nog) niet mogelijk. De vraag rijst of die beide voormelde begrippen mede huwelijken tussen personen van gelijk geslacht bestrijken.
Het onderscheid tussen huwelijken van personen van verschillend geslacht en van gelijk geslacht is naar Nederlands recht door de Wet openstelling huwelijk – inwerking getreden op 1 april 2001 – opgeheven. Een huwelijk tussen personen van gelijk geslacht wordt aldus op grond van artikel 1 van de Grondwet beschermd. Algemeen wordt aangenomen dat onder ‘het huwelijk’ in het…