Herziene woningwet per 1 juli 2015 (2015.38.2008)

Op 1 juli 2015 is de nieuwe Woningwet in werking getreden, die wijzigingen bevat op het terrein van de volkshuisvesting.

Het doel van de wetswijziging is het waarborgen van de kwaliteit van sociale huurwoningen, het beperken van de financiële risico’s en het regelen van een passende toewijzing van sociale woningen aan de doelgroep. Huurders, gemeenten, woningcorporaties en het Rijk moeten daar allemaal hun steentje aan bijdragen.

Een van de noviteiten in de wet is het begrip DAEB: Diensten van Algemeen Economisch Belang. Woningcorporaties moeten zich concentreren op hun kerntaken, ofwel DAEB-activiteiten. De mogelijkheid om niet-DAEB-kwalificerend vastgoed te ontwikkelen of niet-DAEB-activiteiten te ontplooien, wordt sterkt beperkt.

Tevens moet worden verzekerd dat de werkzaamheden in de niet-DAEB-tak worden uitgevoerd zonder compensatie (staatssteun), zodat er onder gelijke condities als marktpartijen wordt geopereerd en dus geen sprake is van marktverstoring.

Een woningcorporatie moet uiterlijk in 2015 een voorstel indienen over de voorgenomen scheiding tussen DAEB- en niet-DAEB-activiteiten, hetzij een administratieve scheiding hetzij een juridische scheiding.

Het toezicht op woningcorporaties (ofwel: toegelaten instellingen) wordt verscherpt, zowel extern als intern (Wet van 20 maart 2015 (Stb. 2015, 246) tot wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (Stb. 2015, 245). Benoemingen van bestuurders of toezichthouders (inclusief herbenoemingen) zijn pas mogelijk met toestemming van de minister. Een aantal besluiten van het bestuur, bijv. grote investeringen, is onderworpen aan goedkeuring van de betreffende Raad van Toezicht én het Rijk.

Externe financiering wordt beperkt tot 50% van de WOZ-waarde.

Ook krijgt de overheid (bijvoorbeeld een gemeente) een grotere rol bij het bepalen van de door de woningcorporatie uit te voeren activiteiten.

Tot slot wordt een nieuwe externe toezichthouder ingesteld: de Autoriteit woningcorporaties, die ook de taken overneemt van de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) en het CFV (Centraal Fonds Volkshuisvesting). De belangrijkste taken van de Autoriteit woningcorporaties zijn het toezicht op financieren, rechtmatigheid, governance en integriteit van woningcorporaties.

T.S. de Lange, Vastgoednieuws. Vastgoed fiscaal & civiel 2015 afl. 3, p.15 e.v. (FS)