Het creëren van een holdingstructuur is na 'Leur-Bloem' inderdaad eenvoudiger
Samenvatting
Een holdingstructuur kan men onder meer opzetten door de aandelen van een bestaande BV te ruilen tegen aandelen van een nieuw opgerichte holding-BV (aandelenfusie). Art. 20g Wet IB stelt daarbij vele voorwaarden indien men de ab-heffing wil doorschuiven. Deze voorwaarden stellen dat er sprake moet zijn van een materiële fusie. Het arrest Leur-Bloem maakt duidelijk dat die voorwaarden ongeldig zijn, omdat er alleen voorwaarden mogen worden gesteld ter voorkoming van belastingfraude of belastingontwijking. Volgens de Hoge Raad moet de fiscus bewijzen dat dit laatste een hoofddoel van de aandelenruil is, wil hij de doorschuiving kunnen weigeren. Het Hof heeft vastgesteld dat van belastingontwijking geen sprake is wanneer horizontale verliescompensatie het enige motief is. De staatssecretaris heeft inmiddels via een resolutie opgemerkt dat de doorschuiffaciliteit niet geldt indien bij de aandelenruil een fiscale claim verloren gaat of dat een acute belastingverplichting wordt uitgesteld, maar dit lijkt niet juist.
Tekst
Inleiding
In FBN 1997, nr 90 en 1998, nr 30 is bericht over het arrest Hof van Justitie EG 17 juli 1997, hierna 'Leur-Bloem'. Daarbij werd gesignaleerd dat de Nederlandse fiscus (wetgever en belastingdienst) het creëren van een holdingstructuur door aandelenruil - althans wanneer er geen materiële fusie is - onnodig bemoeilijkt.
Het arrest heeft inmiddels belangrijke gevolgen gehad. Die behandelen we hierna.
Naar holdingstructuur via interne reorganisatie of aandelenruil
Een holdingstructuur kan globaal gesproken op twee manieren ontstaan.
1. Men kan een interne reorganisatie uitvoeren. Dat kan door inbreng van de onderneming vanuit een bestaande BV in een nieuwe dochter-BV of sinds kort door splitsing van een bestaande BV in…