Het fideicommis: over de rechtsposities van de bezwaarde en de verwachter en het aanvaarden van een voorwaardelijke erfstelling (II, slot)
4. Het fideicommis de residuo
4.1. De voorwaarden bij een fideicommis de residuo
Bij het fideicommis de residuo dient er ten aanzien van de erfrechtelijke overgang op de verwachter aan twee cumulatieve voorwaarden te worden voldaan:
1. De verwachter dient het aangewezen tijdstip2te overleven.
2. Er dient op het aangewezen tijdstip sprake te zijn van een overschot. De insteller kent bij een fideicommis de residuo aan de bezwaarde verteringsbevoegdheid toe3 en laat zo aan de verwachter na wat de bezwaarde bij het in vervulling gaan van de voorwaarde onverteerd heeft gelaten.4
Als door de verwachter niet voldaan wordt aan de voorwaarde van het overleven van de bezwaarde, en de insteller geen andere verwachter heeft aangewezen, wordt de making voor de bezwaarde onvoorwaardelijk. Overlijdt de verwachter voor het aangewezen tijdstip en heeft de insteller wel een andere verwachter aangewezen, dan treedt deze in de plaats van de oorspronkelijke verwachter.5
In par. 4.5 zal de voorwaarde van het overschot nader aan een onderzoek worden onderworpen. Eerst zal echter worden onderzocht waarom de verwachter zijn keuze zou kunnen of moeten uitbrengen op een eerder tijdstip dan het in vervulling gaan van de voorwaarde.
4.2. Wanneer kan of moet de verwachter aanvaarden?
Als de insteller een verwachter heeft benoemd, is deze verwachter vanaf het overlijden van de insteller erfgenaam (zij het onder opschortende voorwaarde). Wil of moet hij zijn hierna te bespreken rechten en bevoegdheden uitoefenen, dan is vereist dat hij duidelijkheid verschaft omtrent de vraag of hij zijn erfgenaamschap aanvaardt.
Na aanvaarding van de nalatenschap heeft de verwachter hangende de voorwaarde de volgende rechten…