Naar de inhoud

Het ondernemingsbegrip in de Handelsregisterwet 2007

Inleiding1

Op 1 juli 2007 is de Handelsregisterwet 20072 (“Hrgw 2007”) in werking getreden. Nieuw in deze wet is dat het begrip “onderneming” is gedefinieerd. Onder de handelsregisterwetgeving 1996 kwam het begrip als zodanig in de wet niet voor maar hanteerden de kamers van koophandel wel een op de jurisprudentie gebaseerd toetsingskader voor de vraag of sprake was van een inschrijfplichtige onderneming. De praktijk en dit toetsingskader is nu grotendeels gecodificeerd. In dit artikel nemen wij het “nieuwe” ondernemingsbegrip, relevante wetgeving en de aanverwante problematiek uitgebreid onder de loep.

Het ondernemingsbegrip in de Hrgw 2007 is een zelfstandig ondernemingsbegrip en moet niet worden verward met het ondernemingsbegrip uit de Wet op de Ondernemingsraden of fiscale ondernemingsbegrippen3.

Er is echter een overgangsgebied waar de werking van het ondernemingsbegrip in de Hrgw 2007 invloed kan hebben op de uitleg van andere regelingen. Hierbij denken wij met name aan vragen zoals wat is een bedrijf ex art. 16 Wetboek van Koophandel (vennootschap onder firma) of een bedrijf ex art. 2:53 Burgerlijk Wetboek (BW) (coöperatie)? Ook een onderneming ex art. 1 Handelsnaamwet lijkt te worden geraakt door het ondernemingsbegrip in de Hrgw 2007. In deze bijdrage wordt ook kort ingegaan op deze problematiek.

Relevante regelgeving

Art. 8 onder b Hrgw 2007 geeft de mogelijkheid bij algemene maatregel van bestuur nader te bepalen in welke gevallen sprake is van een onderneming in de zin van de Hrgw 2007. Dit is gebeurd in art. 2 van het Handelsregisterbesluit 20084 (“Hrgb 2008”). In dat artikel zijn de elementen opgesomd die van belang zijn voor de kwalificatie onderneming…