Naar de inhoud

Hoe-vraag cruciaal bij Europa

De discussie in het Verenigd Koninkrijk om bevoegdheden terug te halen uit Brussel, is ook overgewaaid naar Nederland. ‘Europees wat Europees moet, nationaal wat nationaal kan’ is het motto van het kabinet. Om dit te verduidelijken heeft het kabinet een lijst met onderwerpen gepresenteerd die tot het domein van Europa behoren en een lijst met onderwerpen die nationaal geregeld moeten worden. Uit deze zogenaamde subsidiariteitsexercitie blijkt niet dat de EU structureel belangrijke onderwerpen naar zich toetrekt, waarmee ze zich eigenlijk niet zou moeten bezighouden.

VNO-NCW kan zich vinden in de twee lijstjes. EU-regelgeving is zeer behulpzaam om een gelijk speelveld voor ondernemers te creëren, eerlijke concurrentie te bevorderen, handels-
belemmeringen te reduceren en grensoverschrijdende problemen op te lossen. Dat speelt op het terrein van de financieel-economische crisis, energie en klimaat, asiel en migratie, interne markt, aanpak van belastingontduiking en defensie.

Op bepaalde terreinen is er geen toegevoegde waarde voor Brusselse regelgeving, of gaat de regelgeving te veel in detail. Zo is verdere harmonisatie van sociale stelsels onwenselijk, evenals de introductie van een ‘schokabsorptiefonds’ voor eurolanden. Over arboregelgeving zijn op EU-niveau alleen doelvoorschriften nodig en geen gedetail-
leerde middelenvoorschriften.

VNO-NCW is van mening dat de subsidiariteitsexercitie nuttig is. De huidige toetsing van subsidiariteit en proportionaliteit van nieuwe EU-initiatieven in de fiches met het eerste oordeel van de regering verdient daarom steun. Tegelijkertijd blijkt ook dat er geen wijziging van het EU-verdrag nodig is. De bevoegdheden voor regelgeving door de EU of de lidstaten zijn correct in het verdrag neergelegd. De EU trekt…