Hoger onderwijs en de arbeidsmarkt

Hoe goed worden studenten in het hoger onderwijs voorbereid op de arbeidsmarkt? Zowel in het hbo als het wo wordt naar deze vraag periodiek onderzoek uitgevoerd onder de afgestudeerden zelf. In het hbo gebruikt men daarvoor de HBO-Monitor en betreft het een jaarlijks onderzoek. In het wo wordt De Nationale alumni Enquête (NAE, voorheen WO Monitor) gehanteerd. Deze wordt tweejaarlijks afgenomen.

Beide onderzoeken geven inzicht in de (arbeidsmarkt)positie van afgestudeerden en laten zien in hoeverre opleidingen hun studenten voldoende voorbereiden op de arbeidsmarkt. Ze leveren een schat aan informatie op, bijvoorbeeld over hoe afgestudeerden over hun opleiding denken, wat hun baankansen zijn, in welke functies zij terechtkomen en over welke kennis en vaardigheden zij beschikken. Hieronder geven we voor zowel hbo als wo een aantal bevindingen op basis van de meest recente metingen. We gebruiken daarvoor informatie die openbaar beschikbaar is op de website van VSNU en HBO-monitor . Daarbij moet direct worden aangetekend dat de resultaten van hbo en wo niet vergelijkbaar zijn met elkaar, omdat het verschillende onderzoeksinstrumenten betreft. Het gaat ons dan ook zeker niet om het maken van een vergelijking tussen hbo en wo maar om het aanreiken van een indicatie van de mate waarin het hoger onderwijs studenten adequaat voorbereid op de arbeidsmarkt.

HBO: kansen op de arbeidsmarkt

In 2016 is de werkloosheid onder recent afgestudeerde hbo’ers afgenomen. Wederom, want het betreft de derde afname op een rij. Ten opzichte van 2013 is de werkloosheid gedaald van 7,3 procent naar 4,6 procent. Deze daling deed zich voor bij afgestudeerden van zowel voltijd-, deeltijd- …