Naar de inhoud

Imtech-debacle roept weer de vraag op 'hoe het kon gebeuren'

De afgelopen tijd waren weinig bedrijven zo in het nieuws als Imtech. Het trotse concern is failliet verklaard. Onderdelen zijn verkocht of opgedoekt. De curatoren en de banken zullen er nog een tijd mee bezig zijn, net als de vakbonden en, natuurlijk, werknemers.

Steeds weer vraagt de buitenstaander zich bij dit soort debacles verbluft af hoe het kon gebeuren. Zijn er eigenlijk lessen voor de medezeggenschap?

Erik Ter Linden, OR-voorzitter van Infra en Traffic, had in Nieuwsuur zichtbaar moeite met de vraag hoe het zo gekomen was: "Achteraf kun je daar een hoop van vinden. We zijn er allemaal bij geweest. We draaiden als de besten en waren de lieveling van de beurs." Hij klonk al net zo verbluft als de buitenwacht.

Natuurlijk zou het onzinnig zijn om gewone OR-leden op dit soort debacles aan te kijken. Bedrijven worden geleid door bestuurders, met hun adviseurs. Dat doen zij onder de ogen van toezichthouders en banken, met hun macht en aanzien. In het geval van Imtech, snel gegroeid en internationaal vertakt geraakt, waren fraudegevallen in onder meer Duitsland aanleiding voor de val. Daar hebben heel veel mensen overheen gekeken die het hadden moeten zien. Een OR wordt maar zelden een blik in de buitenlandse activiteiten gegund.

Een OR moet roeien met de riemen die hij heeft. Blijven proberen - vaak tegen weerstand in - om dicht op de ontwikkelingen te zitten. Regelmatig met bestuurder en toezichthouder in gesprek gaan over de financiële situatie in de verschillende landen en bij de verschillende onderdelen. Met externe adviseurs kijken naar de gezondheid van het bedrijf. …