Naar de inhoud

Intercultureel burenconflict vraagt om gedifferentieerde aanpak

Conflicten tussen buren zijn van alle tijden. Maar terwijl de aanleiding, de personen en de oplossingen steeds uniek en niet vergelijkbaar zijn, is de gebruikte conflicthanteringsmethode dat niet. Buurtbemiddeling werkt namelijk volgens een gestandaardiseerde methodiek. En nu de samenstelling van woonbuurten sterk verandert en er sprake is van ‘interculturele buurtbemiddeling’ roept dat vragen op over de uitvoering. Stelt het andere eisen aan de bemiddelaar? Vraagt het een andere voorbereiding en uitvoering van de bemiddeling? Sjoerd Veenstra en Wiebe Selders geven aan de hand van ervaringen uit de praktijk handvatten voor accentverschuivingen voor de uitvoeringspraktijk.

Bij buurtbemiddeling zien we de laatste jaren steeds vaker dat een van de partijen niet van Nederlandse afkomst is.1 Soms geldt dat voor beide buren. Bewoners melden zich vaak niet op eigen initiatief bij buurtbemiddeling. Bij de meeste zaken wordt pas een verzoek gedaan nadat een verwijzende instantie de buren adviseert contact te zoeken met buurtbemiddeling. Verwijzende instanties zijn bijvoorbeeld de verhuurder, de politie of het wijkteam. Het aandeel van bij het conflict betrokken buren met een migratieachtergrond is relatief laag, zo blijkt uit onze eigen waarneming. Het ontbreekt helaas aan betrouwbare statistieken om dat te staven, want afkomst wordt bij de aanmelding van bemiddelingen niet geregistreerd.

Als klanten van buurtbemiddeling een afspiegeling zouden zijn van de Nederlandse bevolking zou ruim 22 procent van de buren een niet-Nederlander zijn. Dat is zeker niet het geval. Er zijn uiteraard wel verschillen per gemeente, door verschillen in de samenstelling van de bevolking. In sommige steden zoals Amsterdam, Utrecht en Arnhem ligt het aandeel inwoners met een migratieachtergrond boven de dertig procent. In sommige…