Naar de inhoud

JHG 2016/16, Hoge Raad 04-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:355, 14/02538

Inhoudsindicatie

Non-discriminatie, Kortingsregeling, Buitenland, Werknemer, Loonbelasting

Samenvatting

Voor zover het middel aanvoert dat sprake is van schending van artikel 21 van het EU-Handvest en van artikel 18 VWEU, heeft, ervan uitgaande dat belanghebbende voor zijn tewerkstelling in Nederland in het Verenigd Koninkrijk werkzaam was en het Unierecht daarom te dezen van toepassing is, heeft volgens de Hoge Raad het volgende te gelden.

Uit het arrest van het Hof van Justitie van 24 februari 2015, Sopora, C-512…

Instantie Hoge Raad
Datum uitspraak04-03-2016
PublicatieJHG 2016/16 (Sdu Jurisprudentie Handvest Grondrechten van de EU), aflevering 2, 2016
ECLIECLI:NL:HR:2016:355
Zaaknummer14/02538
Overige publicaties
  • ECLI:NL:HR:2016:355
  • NTFR 2016/933mr. A.H.W. Steijn annotatie in
  • FutD 2016-0562 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • V-N 2016/15.20
  • BNB 2016/153 met annotatie van G.T.K. MEUSSEN
  • FED 2016/128 met annotatie van mw. mr. C. Wisman en mr. dr. M.F. de Wilde
RechtsgebiedAlgemeen
Rubriek Nederlandse rechtspraak (cassatie)
Rechters
  • mr. Koopman
  • mr. Schaap
  • mr. Fierstra
  • mr. Groeneveld
  • mr. Van Hilten
Partijen X,
tegen
Staatssecretaris van Financiën.
Regelgeving
  • VWEU - 18
  • EU-Handvest - 21
  • EVRM - 14
  • IVBPR - 26
  • Uitv besl LB - 10ea
  • Uitv besl LB - 10ef