Naar de inhoud

JOR 2014/61, Gerechtshof Amsterdam 26-02-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8571, 200.093.762/01

Inhoudsindicatie

Afgeleide schade, Vennootschap heeft aandelen gekocht die waardeloos blijken te zijn, Schadevergoedingsvordering niet door vennootschap zelf ingesteld, maar haar aandeelhouders, Aandeelhouders hebben niet gesteld welke specifieke zorgvuldigheidsnorm jegens hen zou zijn geschonden, Vordering afgewezen, Verwijzing naar HR 2 december 1994, NJ 1995/288, m.nt. Ma (Poot/ABP)

Samenvatting

Veronderstellenderwijs er van uitgaande dat Vayuh Investments BV (“Vayuh”) onder valse voorwendsels een hoeveelheid aandelen die niets waard zijn heeft verkocht en geleverd aan Pecuniamos BV…

Instantie Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak26-02-2013
PublicatieJOR 2014/61 (Sdu Jurisprudentie Onderneming & Recht), aflevering 3, 2014
ECLIECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8571
Zaaknummer200.093.762/01
Overige publicaties
  • ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8571
  • JIN 2013/113 met annotatie van G.C. Vergouwen
  • JONDR 2013/779
RechtsgebiedOndernemingsrechtpraktijk
Rubriek Ondernemingsrecht
Rechters
  • mr. Visser
  • mr. Oranje
  • mr. Bockwinkel
Partijen 1. Nacoqudoca BV te Zevenhuizen,
2. J.J.W. van der Beek Holdings BV te Ede,
3. H.J. Swanenberg te Schaijk,
4. P.A.J. van Leeuwen te Schaijk,
appellanten,
advocaat: mr. I. Spinath,
tegen
1. H.J. Keilman,
2. Vayuh Investments BV te Amsterdam,
geïntimeerden,
advocaat: aanvankelijk mr. I.M.C.A. Reinders Folmer (onttrokken).
Regelgeving
  • BW Boek 6 - 162