JOR 2017/239, Hoge Raad 02-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2729, 16/00859 (met annotatie van prof. mr. N.E.D. Faber en mr. N.S.G.J. Vermunt)
Inhoudsindicatie
Strekking art. 37 Fw, Prejudiciële beslissing, Aannemingsovereenkomst, Faillissement aannemer, Aannemer heeft deel werkzaamheden verricht, waarvoor opdrachtgever slechts gedeeltelijk heeft betaald, Niet-gestanddoening door curator, Niet-ontbinding door opdrachtgever, Boedel heeft vordering uit ongerechtvaardigde verrijking met betrekking tot door failliet verrichte gedeelte van werkzaamheden, ongeacht of opdrachtgever overeenkomst ontbindt voor toekomst, Verwijzing naar HR 2 december 2016, «JOR» 2017/240, m.nt. NEDF en Vermunt onder «JOR» 2017/241Instantie | Hoge Raad |
---|---|
Datum uitspraak | 02-12-2016, 09-09-2016 |
Publicatie | JOR 2017/239 (Sdu Jurisprudentie Onderneming & Recht), aflevering 9, 2017 |
Annotator |
|
ECLI | ECLI:NL:HR:2016:2729, ECLI:NL:PHR:2016:919 |
Zaaknummer | 16/00859, 16/00859 |
Overige publicaties |
|
Rechtsgebied | Insolventierecht |
Rubriek | Financiering, zekerheden en insolventie |
Rechters |
|
Partijen | 1. X, en 14 anderen, appellanten in hoger beroep, advocaat: mr. R.J. van Galen, tegen mr. L.B.A. van Logtestijn te Breda, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van A BV, geïntimeerde in hoger beroep, advocaat: mr. M. Littooij. |
Regelgeving |
|