Naar de inhoud

JPF 2011/37, Rechtbank Leeuwarden 10-11-2010, BO4250, 90853/FA/RK 08-1306

Inhoudsindicatie

Nauwe persoonlijke betrekking, Ontvankelijkheid omgangsregeling

Samenvatting

Slaagt de man erin te bewijzen dat er tussen hem en de minderjarige een nauwe persoonlijke betrekking bestaat die valt aan te merken als family life in de zin van art. 8 EVRM? Dat was de opdracht aan de man en de vraag die in deze zaak centraal stond.

De feiten in deze zaak zijn kort samengevat als volgt. De man en de vrouw hebben enkele jaren een “knipperlicht” relatie gehad. De relatie was reeds verbroken toen…

Instantie Rechtbank Leeuwarden
Datum uitspraak10-11-2010
PublicatieJPF 2011/37 (Sdu Jurisprudentie Personen- en Familierecht), aflevering 2, 2011
Zaaknummer90853/FA/RK 08-1306
LJN LJN:BO4250
RechtsgebiedEchtscheiding, Jeugdrecht
Rubriek Minderjarigheid, gezag en omgang
Rechters
  • mr. Van der Hoeven
Partijen [Verzoeker] te [woonplaats],
hierna ook te noemen: de man,
advocaat: mr. J.C. Lich, kantoorhoudende te Groningen,
tegen
[verweerster] te [woonplaats]
hierna ook te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. A. Jeulink, kantoorhoudende te Leeuwarden,
belanghebbenden:
[X], geboren [in 2006] in [gemeente],
en
[Y], geboren [in 2008] in [gemeente],
vertegenwoordigd door:
mr. T.W. Delhaye, kantoorhoudende te Burgum,
in de hoedanigheid van bijzondere curator over deze minderjarigen.
Regelgeving
  • BW Boek 1 - 377a
  • EVRM - 8