Juridische fusie en het groepsregime ex art. 2:403 BW (2002.45.2256)
De juridische fusie wordt veelvuldig gebruikt voor interne reorganisaties binnen een groep cq. concern van vennootschappen. Bij een dergelijke fusie binnen een concern geldt in beginsel dat de vereenvoudigde fusieprocedure kan worden toegepast zoals bedoeld in art. 2:333 BW. Het gaat meestal om een fusie met dochtermaatschappijen en/of zustervennootschappen. Er behoeft dan geen aanvullende toelichting op het fusievoorstel te worden opgesteld en er is voorts geen accountantsverklaring nodig. In de praktijk blijkt dat bij een fusie binnen een concern waarop het groepsregime van toepassing is ten eerste niet altijd alle benodigde (financiële) documenten zijn neergelegd en ten tweede er een aantal onduidelijkheden zijn met betrekking tot de vraag welke (financiële) documenten dienen te worden neergelegd. Daarnaast kan volgens de auteur worden geconstateerd dat de bescherming van crediteuren in het gedrang kan komen bij een dergelijke fusie. De auteur behandelt deze punten. Hij concludeert dat de crediteur bij een concernfusie waarop het groepsregime van toepassing is, geen of weinig inzicht heeft in de financiële situatie van die vennootschappen. Een crediteur zou er derhalve verstandig aan doen om in zo’n geval sowieso verzet aan te tekenen op grond van art. 2:316 lid 2 BW indien aannemelijk is dat ten gevolge van de fusie de verhaalspositie van de crediteur wordt verminderd. Het is volgens de auteur te prefereren dat de wet wordt aangepast, waarbij moet worden overwogen om in dat geval toch een verplichting op te nemen om de financiële verantwoordingen te laten deponeren bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
E.A. BratBb nr 20, 23 oktober 2002 blz. 169
Wetgeving | |
---|---|
Jurisprudentie | |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Literatuur |
Publicatiedatum | 06-05-2009 |
Nummer | 2002/0460 |