JV 2007/392, RvS 18-07-2007, BB1436, 200701663/1, 200701811/1
Inhoudsindicatie
Vluchtelingenverdrag, exclusion clause, Onmenselijke behandeling, Meeromvattende beschikkingSamenvatting
Appellant verkeert in de situatie dat hem geen verblijfstitel wordt verleend wegens tegenwerpen van art. 1F, maar dat hij evenmin wordt uitgezet in verband met art. 3 EVRM. Zoals eerder overwogen (o.a. «JV» 2004/279), moet zo enigszins mogelijk worden voorkomen dat de vreemdeling in die situatie geraakt. Het besluit moet er blijk van geven dat is beoordeeld of hij aannemelijk heeft gemaakt dat art. 3…
Instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Datum uitspraak | 18-07-2007 |
Publicatie | JV 2007/392 (Sdu Jurisprudentie Vreemdelingenrecht), aflevering 11, 2007 |
Zaaknummer | 200701663/1, 200701811/1 |
LJN | LJN:BB1436 |
Rechtsgebied | Migratierecht |
Rechters |
|
Partijen | A., appellant, tegen de uitspraak in de zaken nrs. AWB 04/41567, 05/10278 van de rechtbank ’s-Gravenhage, zp Rotterdam, van 30 januari 2007 in de gedingen tussen appellant, en de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. |
Regelgeving |
|