Misbruik van afhankelijkheid en van abnormale geestestoestand
1. Inleiding
Vergrijzing als zodanig is, geabstraheerd van de persoon die het treft, eerder een sociaal-economisch dan een juridisch probleem. De zorgkosten rijzen immers de pan uit. Maar ook op juridisch-ethisch gebied is niet alles botertje tot de boom. Wie vergrijst loopt immers een gerede kans afhankelijk te worden van al dan niet familiale hulpverleners en problemen te krijgen met de wilsvorming. En als het een en/of het ander zich voordoet, ligt misbruik op de loer.
De bijzondere omstandigheid, zoals afhankelijkheid en/of abnormale geestestoestand, kan de betrokken persoon bewegen tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling. De medemens die het verrichten van de rechtshandeling in dat geval bevordert ‘ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden’ maakt misbruik van omstandigheden. Art. 3:44 leden 1 en 4 BW maakt een dergelijke rechtshandeling vernietigbaar.2
2. Terreinafbakening
2.1. Geestelijk geweld
Fysiek geweld tegen ouderen staat in het centrum van de belangstelling maar ook psychische intimidatie is aan de orde van de dag.4 Maar mij gaat het thans niet direct om onrechtmatige bedreiging ‘met nadeel in persoon of goed’ (art. 3:44 lid 2 BW) als oorzaak van het wilsgebrek, en evenmin om bedrog. Ik beperk mij tot misbruik van bepaalde omstandigheden, in het bijzonder afhankelijkheid en abnormale geestestoestand.5 Er is dan sprake van een mate van geestelijk geweld. Maar erkend moet worden dat bedreiging en bedrog daarmede gemakkelijk in verband gebracht kunnen worden.6
2.2. Gebrek in de wilsvorming
Centraal staat de bijzondere omstandigheid…