Naar de inhoud

Nederlander kan een rechtsgeldig huwelijk sluiten op consulaat

Samenvatting

Bespreking van het arrest van de Hoge Raad van 13 december 1996 RvdW 1997 nr 2, waarbij de geldigheid werd erkend van een op het Marokkaanse consulaat in Nederland gesloten huwelijk tussen een man met de Marokkaanse nationaliteit en een vrouw met zowel de Marokkaanse als de Nederlandse nationaliteit.

Het arrest doorbreekt de regel dat het consulaire huwelijk niet mogelijk zou zijn indien een van de aanstaande echtelieden tevens de Nederlandse nationaliteit bezit.

Schrijver bespreekt een aantal gevolgen van het arrest en betrekt daarbij ook het fiscale arrest van de Hoge Raad van 7 mei 1997, Notafax 1997, nr 124 met een vrijwel identieke casus, waarbij eerstgemeld arrest wordt bevestigd.

Tekst

Op 13 december 1996 heeft de Hoge Raad een verrassende uitspraak gedaan met betrekking tot de erkenning van een huwelijk gesloten op het consulaat van Marokko in Nederland tussen een man met de Marokkaanse nationaliteit en een vrouw met zowel de Marokkaanse als de Nederlandse nationaliteit. Het arrest is gewezen na een vordering tot cassatie in belang der wet nadat de Rechtbank te Rotterdam het huwelijk geldig had geoordeeld.

De Rechtbank kwam tot dat oordeel door een extensieve interpretatie van artikel 4 van de Wet Conflictenrecht Huwelijk (WCH) en het aan die wet ten grondslag liggende Haags Huwelijksverdrag 1978. Beide regelingen zijn in 1989 voor Nederland in werking getreden. Artikel 4 WCH bepaalt dat een huwelijk wat de vorm betreft in Nederland slechts rechtsgeldig kan worden voltrokken door de ambtenaar van de burgerlijke stand, behoudens de bevoegdheid van buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren. Hoewel dit niet blijkt uit de tekst van deze bepaling worden aan de bevoegdheid van de hier te lande optredende buitenlandse huwelijksambtenaar wel grenzen gesteld…