Naar de inhoud

Nietige afspraak over testament geconverteerd in niet-opeisbare geldvordering

Bij hun echtscheiding hebben M en V afgesproken dat M zijn woning aan V zal verhuren en dat hij een testament zal opstellen waarin hij € 100.000 aan V legateert, welk bedrag V dan kan verrekenen met de verschuldigde huurtermijnen. In kort geding vordert V dat M het door hem toegezegde testament opstelt.

Volgens de voorzieningenrechter wil V met haar vordering afdwingen dat M zijn verplichting uit hoofde van het convenant nakomt, in die zin dat M in testamentair vastlegt dat hij aan V € 100.000 legateert…

Wetgeving
JurisprudentieECLI:NL:RBDHA:2016:14624
Officiële publicaties
Europese regelgeving
Soort nieuwsUitspraak
Publicatiedatum06-12-2016
Nummer2016/0726