Naar de inhoud

Nieuw verdrag met China inzake sociale zekerheid

Begin september heeft minister Asscher het sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en China getekend. Naar verwachting treedt het verdrag in de loop van 2017 in werking. Doel van het verdrag is om dubbele premieheffing te voorkomen voor uitgezonden werknemers en daarmee de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven in China te verbeteren.

Het nieuwe verdrag is ingegeven door de groeiende handel tussen Nederland en China en moet er voor zorgen dat de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven in China wordt versterkt. Het verdrag moet voorkomen dat Nederlandse werkgevers voor hun naar China uitgezonden werknemers dubbele premies verschuldigd zijn. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als voor een uitgezonden werknemer in Nederland nog premies verschuldigd zijn (of op vrijwillige basis worden betaald) en daarnaast tevens premies in China moeten worden afgedragen.

Het nieuwe verdrag is geheel in lijn met het huidige Nederlandse verdragsbeleid. Op basis daarvan worden enkel nog sociale zekerheidsverdragen gesloten met landen wanneer daar een economisch belang aan ten grondslag ligt, zoals ook bij de verdragen met Japan en India. Ook is de mate waarin uitkeringen naar China kunnen worden geëxporteerd beperkt. Het is op basis van het verdrag dan ook niet mogelijk om aanspraak te maken op een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, of bijvoorbeeld om kinderbijslag te ontvangen indien een werknemer naar China is uitgezonden.

Beperkte materiële werkingssfeer

De werkingssfeer van het nieuwe sociale zekerheidsverdrag is vanuit Nederlands perspectief opmerkelijk. Het verdrag is namelijk niet op alle onderdelen van het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel van toepassing. Het verdrag geldt vanuit Nederlands oogpunt enkel voor het staatspensioen (AOW), nabestaandenpensioen (Anw) en werkloosheid (WW). Daarmee blijft de wetgeving voor de overige verzekeringen, zoals arbeidsongeschiktheid (WIA), ziektewet (…