Naar de inhoud

Nieuwe financieringsregels WGA

Op 1 januari verandert de WGA. Niet de laagste premie, maar de aandacht voor preventie en re-integratie moet voor werkgevers de belangrijkste reden worden om ergens hun arbeidsongeschiktheidsverzekeringen onder te brengen.

De Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA), onderdeel van de arbeidsongeschiktheidswet WIA, gaat op twee punten op de schop. Allereerst wordt het onderscheid weggenomen tussen de verzekeringsstelsels voor vaste en flexibele arbeidskrachten. Dat is het gevolg van de Wet Beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa). Waar het ziekteverzuim onder vaste arbeidskrachten sinds de invoering van de WIA fors daalde, bleef dat bij flexkrachten ongeveer gelijk. Met de Wet BeZaVa krijgen werkgevers daarom ook meer verantwoordelijkheden om het ziekteverzuim onder tijdelijke werknemers terug te dringen. De meeste bepalingen van de wet traden al in werking. Op 1 januari volgt het laatste deel. Dan wordt ook het wettelijk onderscheid in de WGA tussen vast en flex weggenomen. Werkgevers die dan eigenrisicodrager zijn, dragen vanaf dat moment ook het risico voor hun flexibele krachten. Ook betalen werkgevers vanaf dat moment één gecombineerde premie voor vast en flex. Nu nog is de WGA-flex verplicht ondergebracht bij het UWV.

Tegelijkertijd worden met een andere wet de financieringsregels aangepast. Door de huidige regels is het goedkoop om over te stappen van een verzekeraar naar het UWV. Daar betalen werkgevers de eerste jaren slechts een lage basispremie, terwijl de verzekeraar kijkt naar de actuele schadelast. In de nieuwe regels neemt ook het UWV die schadelast mee bij het vaststellen van de premie. Die gaat daardoor omhoog. Daar staat tegenover dat de uitkeringsinstantie de schadelast die achterblijft wanneer een werkgever overstapt naar een verzekeraar…