NJO 16, 11 augustus 2017: Erfrecht
De rechtsvordering om vernietiging te vorderen op grond van artikel 3:45 BW is in casu verjaard, omdat niet binnen drie jaar nadat de bevoegdheid om deze vernietigingsgrond in te roepen dit ten dienste is komen te staan van degene aan wie die bevoegdheid toekomt. Buitengerechtelijke vernietiging moet op grond van artikel 3:50 BW gericht worden aan degene die partij was bij de gewraakte rechtshandeling. In het kader van de door sommige van zijn kinderen aan erflater verstrekte geldlening én aan deze kinderen schuldig gebleven erfdelen en schenkingen afgegeven…
Wetgeving | |
---|---|
Jurisprudentie | Rechtbank Gelderland, 4 januari 2017, 300806, ECLI:NL:RBGEL:2017:3812 Gerechtshof Amsterdam, 22 juni 2017, 200.189.945/01 NOT, ECLI:NL:GHAMS:2017:2709 Rechtbank Midden-Nederland, 4 juli 2017, 5950154 AV EXPL 17-18 EW/1366, ECLI:NL:RBMNE:2017:3560 |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Uitspraak |
Publicatiedatum | 11-08-2017 |
Nummer | 2017/0682 |