Ontbindende voorwaarde in koopovereenkomst
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Valk, Wiggers-Rust, De Vries), 23 juni 2015, nr. 200.145.691, ECLI:NL:GHARL:2015:4549
Civiel recht
Ontbinden voorwaarde. Financieringsvoorbehoud. Aanvullend bodemonderzoek. Stilzwijgende afwijking overeenkomst.
Art. 6: 20-23 BW; 7:2 BW
Samenvatting
In de koopovereenkomst was een tweetal ontbindende voorwaarden opgenomen, één met betrekking tot het niet kunnen verkrijgen van de voor de aankoop benodigde financiering en één met betrekking tot het verrichten van aanvullend bodemonderzoek. Koper heeft de ontbinding ingeroepen. Verkoper is van mening dat dat buiten de in het contract genoemde termijn(en) is gebeurd en heeft aanspraak gemaakt op de contractuele boete. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat uit de gang van zaken volgt dat beide partijen de in de koopovereenkomst genoemde termijn voor het inroepen van het financieringsvoorbehoud hebben losgelaten, althans dat koper dit redelijkerwijs zo heeft mogen begrijpen. Hierbij weegt ook mee dat vast staat dat partijen geen nadere leveringsdatum voor de onroerende zaak zijn overeengekomen en dat verkoper eerst op 21 augustus 2012 – dus na het beroep van koper op de ontbindende voorwaarden van artikel 14 van de koopovereenkomst – om betaling van de waarborgsom heeft aangedrongen. Dat partijen voormelde termijn hebben losgelaten, althans dat koper dit redelijkerwijs zo heeft mogen begrijpen, blijkt eveneens uit het feit dat verkoper met koper heeft afgesproken dat een aanvullend onderzoek naar de bodemverontreiniging zou worden ingesteld. Niet in geding is dat dit aanvullende onderzoek pas na de in artikel 14 van de koopovereenkomst genoemde data is verricht.
De beslissing
Het hof, recht doende…