Praktijkgids Allergenen - 04 Drempelwaarden en claims
4.1 Inleiding
In de Europese lijst met verplicht te vermelden allergene stoffen zijn, met uitzondering van sulfiet, geen drempelwaarden genoemd. Voor alle andere allergene ingrediënten geldt geen drempelwaarde. Dat betekent dus een nulgrens ofwel een aan-/afwezigheidsprincipe.
Ongeacht de gebruikte hoeveelheid moeten allergene ingrediënten, of afgeleide producten daarvan, altijd geëtiketteerd worden. Drempelwaarden kunnen dus niet gebruikt worden bij de overweging om een ingrediënt wel of niet (naar allergene herkomst) te etiketteren. Toch is kennis over deze drempelwaarden wel nuttig bij het interpreteren van risico's bij kruisbesmetting en de overwegingen om dit op de verpakking te vermelden (zie verder paragraaf 6.2.3.2). Hoewel drempelwaarden belangrijk zijn bij risicobeoordelingen moeten ze met verstand van zaken worden toegepast om foutieve conclusies te voorkomen. Dit wordt besproken in paragraaf 4.9.
Drempelwaarden moeten gebaseerd zijn op de gevoeligheid van allergische patiënten. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de laagste dosis (LOAEL = Lowest Observed Adverse Effect Levels) waarbij allergische reacties optreden. Resultaten zijn soms moeilijk vergelijkbaar, onder andere door verschil in het vaststellen van een allergische reactie. Subjectieve reacties als tinteling in de mond en misselijkheid treden al bij lagere concentraties op. Terwijl waarneembare reacties, zoals zwellingen en braken, een hogere grens kennen.
Ook ethische problemen spelen een rol. Mensen met levensbedreigende reacties zullen niet snel meedoen aan provocatieonderzoeken. Toch is al veel informatie beschikbaar.
Diverse initiatieven zijn genomen om referentiewaarden in levensmiddelen vast te stellen. Een reference dose is de absolute hoeveelheid allergeen eiwit (mg) die een aanvaardbaar risico op reacties bij een allergische consument oplevert en daarmee als veilige grens gezien kan worden. In Australië (VITAL, zie paragraaf 4.6) heeft men referentiewaarden, met daaruit af te leiden actiegrenzen, gepubliceerd voor de daar geldende wettelijke allergenen aangevuld met mosterd en lupine. Dit systeem blijft in ontwikkeling en wordt aangepast als nieuwe gegevens beschikbaar komen.
Ook in het Europese project iFAAM wordt veel onderzoek gedaan onder andere naar gevoeligheid van patiënten en de toepassing en ontwikkeling van tools voor risicobeheersing van allergenen in voedingsmiddelen.
Claims, zoals 'glutenvrij' of 'lactosevrij', worden vooral gebruikt bij producten die passen in een dieet voor mensen met coeliakie en lactose-intolerantie. Voor de claim 'glutenvrij' geldt Europese wetgeving. Ook in andere landen is deze claim wettelijk geregeld.
4.2 Sulfiet
De etikettering van zwaveldioxide en/of sulfiet als ingrediënt is verplicht als het gehalte in het (samengestelde) eindproduct hoger is dan 10 mg per kilo. Het gaat hierbij om het totale product zoals dit wordt geconsumeerd. Bij producten die moeten worden bereid (bijvoorbeeld droge soep), is het gehalte na…