Privégebruik auto en toepassing BUA
Samenvatting
Met ingang van 1 juli 2011 is de wet- en regelgeving gewijzigd om de omzetbelasting vast te stellen die is verschuldigd voor auto's die zakelijk en voor privédoeleinden worden gebruikt. Daarbij is de koppeling met de forfaitaire regels in de inkomstenbelasting en loonbelasting losgelaten. Dit besluit is een actualisering van het eerder genomen besluit over hetzelfde onderwerp (NTFR 2012/128).
Commentaar
We zijn met deze herdruk weer een stapje verder, maar helaas zijn een aantal zaken nog niet (goed) geregeld.
Zo is het opmerkelijk dat de staatssecretaris voor de exploitant van een eenmanszaak eraan vasthoudt dat deze in het kader van het woon-werkverkeer een overeenkomst moet hebben gesloten, terwijl dat naar mijn mening niet mogelijk is. Het kan voorts toch niet zo zijn dat het rijden door de eigenaar naar de filialen van een eenmanszaak (waar niet ten minste één hele dag wordt gewerkt) als woon-werkverkeer kwalificeert en slechts het reizen naar de ‘hoofdvestiging’ als zakelijk wordt aangemerkt. In de oude regeling was alle verkeer zakelijk!
In 2006 is gememoreerd dat het gebruik van leaseauto’s niet onder de regels van de fictieve dienst vallen. Vorig jaar is hierover niets gezegd in de Kamer, waardoor deze aanpassing van de wet niet het vereiste traject heeft doorlopen. Naar mijn mening blijven die auto’s dan ook buiten het bereik van de nieuwe regeling en is er geen plaats voor een beperking van de vooraftrek. Ik heb begrepen dat deze stelling aan de rechter zal worden voorgelegd.
Voorts is opmerkelijk dat de staatssecretaris het forfait nog steeds toepast op de cataloguswaarde inclusief BPM, terwijl…