Naar de inhoud

Raad van State adviseer negatief over wetsvoorstel uitbreiding kraamverlof vader

De Afdeling Advisering van de Raad van State (hierna: RvS) heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel om het kraamverlof uit te breiden. Het wetsvoorstel is op 25 november 2016 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de RvS openbaar geworden.

Op dit moment heeft de partner van de moeder recht op twee dagen kraamverlof. De werkgever betaalt het loon over die twee dagen door. Daarnaast heeft de partner aansluitend op die twee dagen, nog recht op drie dagen ouderschapsverlof. Of tijdens het ouderschapsverlof het loon wordt doorbetaald hangt af van de cao-afspraken in de desbetreffende sector of onderneming of van het beleid van de werkgever.

Wetsvoorstel
Het wetsvoorstel (34.617) breidt het kraamverlof van de partner van de moeder met drie dagen uit. Doel hiervan is om de band tussen de partner en het kind te versterken. De uitbreiding van het kraamverlof wordt gefinancierd uit de collectieve middelen. De werknemer krijgt over de voorgestelde drie dagen kraamverlof een uitkering, die hij aanvraagt bij het UWV door tussenkomst van de werkgever. De uitkering wordt betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds.

SER-advies
De RvS constateert dat het wetsvoorstel voor de werknemer een beperkte aanpassing van het bestaande stelsel betekent. De SER heeft onlangs een advies uitgebracht over het combineren van werken, leren en zorg. Daarin wijst de SER op het belang van voldoende zorg en aandacht van de ouder voor het kind in het eerste levensjaar, maar hij bepleit ook een bredere aanpak. De SER wil verschillende varianten nader bestuderen en nagaan wat de kosten en baten zijn.
Met de nu voorgestelde aanpak en financiering van het uitgebreide kraamverlof wordt vooruitgelopen op het aangekondigde vervolgonderzoek van de SER en de daarin te maken afweging tussen de verschillende varianten. Bij deze afweging moet bovendien aandacht worden besteed aan de positie van zelfstandigen.

Uitvoering
Het wetsvoorstel leidt bovendien tot een complex en technisch uitvoeringsstelsel en structureel hoge uitvoeringslasten, terwijl het voor de werknemer slechts een beperkte strekking heeft. De eerste twee dagen van het kraamverlof betaalt de werkgever immers aan zijn werknemer. Wanneer de werknemer echter de drie extra dagen kraamverlof wil opnemen, moet de werkgever een aanvraag voor een uitkering indienen bij het UWV. Het UWV betaalt de uitkering rechtstreeks aan de werknemer.

Conclusie
De RvS geeft de regering in overweging om op dit moment af te zien van het wetsvoorstel, of de gemaakte keuze ten aanzien van de collectieve financiering en de complexe uitvoering nader te bezien in het licht van het vervolgonderzoek van de SER.
Lees hier de volledige tekst van het advies van de RvS en het nader rapport van de minister.

Bron: Raad van State

Wetgeving
Jurisprudentie
Officiële publicaties
Europese regelgeving
Soort nieuwsWetgeving
Publicatiedatum30-11-2016
Nummer2016/0715