de minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;
Regeling rechtspositie voorzitter en leden Ksa 2012 [Tekst geldig vanaf 30-08-2012]
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
- b.
de wet: de Wet op de kansspelen;
- c.
de Ksa: de Kansspelautoriteit, als bedoeld in artikel 33 van de wet;
- c.
de raad: de raad van bestuur, als bedoeld in artikel 33a van de wet;
- d.
de voorzitter: de voorzitter van de raad;
- e.
een lid: een lid van de raad, niet zijnde de voorzitter;
- f.
BBRA: Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren.
Artikel 2
De bezoldiging van de voorzitter bedraagt het salaris overeenkomstig het salaris van een lid van de topmanagementgroep van een departement van algemeen bestuur als bedoeld in de Bijlage A van het BBRA, op basis van een gemiddelde tijdsbesteding van 24 uur per week. Indien uit de collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren een aanpassing van ambtenarensalarissen volgt, wordt deze bezoldiging met een gelijk percentage aangepast.
De bezoldiging van een lid bedraagt het salaris overeenkomstig schaal 18, trede 10, met salarisnummer 59 van de Bijlage A van het BBRA, op basis van een gemiddelde tijdsbesteding van 8 uur per week. Indien uit de collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren een aanpassing van ambtenarensalarissen volgt, wordt deze bezoldiging met een gelijk percentage aangepast.
Artikel 6
De voorzitter en de leden kunnen voor het vervoer tussen de vestigingsplaats van de raad en hun respectievelijke woonplaatsen aanspraak maken op een vervoersbewijs openbaar vervoer 1e klasse dan wel een vergoeding van € 0,17 per kilometer bij gebruikmaking van eigen auto of fiets.
De voorzitter en de leden kunnen voor dienstreizen gebruik maken van vervoer per auto.
Artikel 8
Ingeval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte ontvangen de voorzitter en de leden volledige doorbetaling van hun bezoldiging tot aan het tijdstip van toekenning van een invaliditeitspensioen op grond van de Wet privatisering ABP respectievelijk op grond van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, met dien verstande dat de doorbetaling in ieder geval eindigt met ingang van de dag waarop de benoemingstermijn eindigt.
Artikel 9
Op verzoek van de voorzitter, met instemming van het betrokken lid, kan de minister de omvang van de tijdsbesteding voor de leden op een andere omvang dan gemiddeld 8 uur per week vaststellen.
Bij een aanpassing van de gemiddelde tijdsbesteding van een lid worden voornoemde vergoedingen aangepast naar rato van de uitbreiding van de gemiddelde tijdsbesteding
Artikel 11
Ingeval de voorzitter of een lid financiële gevolgen ondervindt uit persoonlijke aansprakelijkheid voortvloeiende uit de uitoefening van zijn functie, vindt vanwege de Staat der Nederlanden vrijwaring daarvan plaats tenzij de aansprakelijkheid voortvloeit uit ernstig verwijtbaar gedrag, zoals opzet of grove schuld van de betrokkene.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,