Naar de inhoud

Royement in het nieuwe BW

Algemeen

Er is reeds veel geschreven over de wijze waarop na 1 januari 1992 hypotheken moeten worden doorgehaald. Veel schrijvers dragen oplossingen aan die vereisen dat bepaalde verklaringen in hypotheekakten worden opgenomen, zoals de mogelijkheid de hypotheek op te zeggen. Voorlopig echter zullen de komende jaren hypotheekakten moeten worden geroyeerd waarin deze verklaringen niet zijn opgenomen, zodat deze oplossingen van weinig nut zijn voor de praktijk.

Hypotheekrechten gaan teniet door het tenietgaan van de vordering waarvoor de hypotheek is gevestigd. Er is dan geen probleem en voor het royement is artikel 3:274 BW van toepassing. Het wordt echter wat ingewikkelder bij gedeeltelijke royementen of bij het royement van een krediet- of bankhypotheek, waarbij in de hypotheekakte de vordering tot zekerheid waarvoor de hypotheek is gevestigd niet duidelijk is omschreven. Er moet dan afstand worden gedaan van het hypotheekrecht.

Volgens de heersende leer is op de afstand van het hypotheekrecht artikel 3:98 BW van toepassing, zodat royement van de hypotheek dient te geschieden op de wijze als is voorgeschreven door artikel 3:89 BW. De artikelen 89 en 98 BW staan in afdeling 2 van Titel 4 Boek 3 BW, dat handelt over de zakelijke overeenkomst. De afstand van het hypotheekrecht als louter zakelijke overeenkomst, welke een daaraan voorafgaande titel behoeft, is evenwel een nieuw begrip. Onder het oude BW was de afstand van het hypotheekrecht door de hypotheekhouder een obligatoire rechtshandeling, die moest worden gevolgd door een akte van royement.

Artikel 3:89 BW vereist dat bij de akte van overdracht nauwkeurig de titel wordt vermeld. Onder het oude BW was juist de afstand de titel die nodig…