Naar de inhoud

Sign. - Beslag op ambassaderekening in strijd met volkenrecht

Op 12 juli 2012 heeft een gerechtsdeurwaarder minister Opstelten per e-mailbericht in kennis gesteld van een voornemen executoriaal beslag te leggen op een bankrekening van de ambassade van de Volksrepubliek China in Nederland, te 's-Gravenhage. De minister heeft de betrokken gerechtsdeurwaarder nog dezelfde dag medegedeeld dat de voorgenomen ambtshandeling strijdig is met de volkenrechtelijke verplichtingen van Nederland. In het volkenrecht wordt er algemeen van uitgegaan dat ambassaderekeningen vallen onder staatseigendom waarvoor in de ontvangende staat immuniteit geldt. Dit uitgangspunt komt onder meer tot uitdrukking in art. 21 van de UN Convention on Jurisdictional Immunities of States and TheirProperty (2004). Hoewel deze conventie nog niet in werking is getreden en Nederland nog niet heeft geratificeerd, mag ervan worden uitgegaan dat de conventie op dit punt het geldige gewoonterecht codificeert.

Aanzegging ex artikel 3a, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet

Deze voorgenomen ambtshandeling is in strijd met het immuniteitsbeginsel. Op grond van artikel 3a, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet zegt de minister om die reden de gerechtsdeurwaarder en zijn kantoorgenoten aan dat deze voorgenomen ambtshandeling strijdig is met de volkenrechtelijke verplichtingen van de Nederlandse Staat en uitvoering daarvan moet worden geweigerd.

(Staatscourant 15441, 25 juli 2012)