Naar de inhoud

Sign. - Einde looptijd Cao op dag overgang van onderneming

Werkneemster Juuri was werkzaam in het personeelsrestaurant van een onderneming in de metaalsector. Dit restaurant is overgedragen aan de verkrijger op de dag dat de op de arbeidsovereenkomst toepasselijke cao-metaal afliep. De verkrijger paste vervolgens de horeca-cao toe, waardoor Juuri er financieel op achteruit ging. Juuri zegt haar arbeidsovereenkomst op en vordert een vergoeding van haar werkgever. Zij stelt dat haar arbeidsvoorwaarden vanwege de overgang van onderneming zijn verslechterd, waardoor de arbeidsovereenkomst gezien art. 4 lid 2 van Richtlijn 2001/23/EG geacht moet worden te zijn verbroken door toedoen van de werkgever. De eerste vraag is hoe om te gaan met de cao's. Art. 3 lid 3 van genoemde Richtlijn verzet zich volgens de A-G ertegen dat de bij een cao vastgelegde arbeidsvoorwaarden hun geldigheid verliezen op het tijdstip waarop deze overeenkomst afloopt, wanneer de overgang van de onderneming samenvalt met het einde van de looptijd van die overeenkomst en de vervreemder en de verkrijger in strijd met doel en strekking van de wet handelen. Vervolgens komt de vraag aan de orde of art. 4 lid 2 van de Richtlijn meebrengt dat de lidstaat in zijn wetgeving het recht van de werknemer op een schadevergoeding van zijn werkgever moet waarborgen, of dat deze bepaling uitsluitend strekt tot toerekening van de verantwoordelijkheid. De A-G oordeelt dat de laatste interpretatie de juiste is. Wel moeten er met betrekking tot die aansprakelijkheid gradaties worden gehanteerd, afhankelijk van de inachtneming van art. 3 van genoemde richtlijn. De nationale rechter dient daartoe in dat kader de in zijn interne rechtsorde voorziene verzachtende of verzwarende criteria betreffende de aansprakelijkheid…