Naar de inhoud

Sign. - Inschrijven rechtsmiddel niet vereist

Eiser in cassatie richt een klacht tegen het oordeel van het hof dat Draaijer c.s. nietontvankelijk zijn in hoger beroep, op de grond dat zij dit hoger beroep niet op de voet van art. 3:301 lid 2 BW hebben doen inschrijven in de registers als bedoeld in art. 433 Rv. Dit wetsartikel schrijft voor dat een hoger beroep tegen een uitspraak waarvan de rechter heeft bepaald dat deze in de plaats treedt van een akte tot levering van een registergoed, moet worden ingeschreven in de registers. Het cassatiemiddel betoogt dat art. 3:301 lid 2 BW uitsluitend geldt ten aanzien van registergoederen en derhalve niet ten aanzien van aandelen op naam. Het treft doel. Art. 3:301 lid 2 BW heeft alleen betrekking op registergoederen, waartoe aandelen in een vennootschap niet horen. De Hoge Raad vernietigt het arrest en verwijst. Het lijkt annotator Groffen juist dat de Hoge Raad de verplichting van art. 433 Rv niet analoog van toepassing verklaart op aandelen op naam, omdat een dergelijke verplichting – mede gezien de grote gevolgen van niet-naleving ervan – expliciet moet blijken, inschrijving in het aandeelhoudersregister geen constitutief vereiste voor overdracht is, en het register niet openbaar is.
(HR 21 september 2012, LJN BW8304, «JOR» 2012/352, m.nt. mr. drs. C.J. Groffen)