Sign. - Koersgevoelige informatie Imtech II (Rb. Rotterdam 24 april 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:3062, «JOR» 2017/171, m.nt. prof. mr. D.R. Doorenbos, tevens betrekking op «JOR» 2017/170)
De vraag of Imtech op 20 juli 2012 beschikte over koersgevoelige informatie die zij ten onrechte niet openbaar heeft gemaakt, vergt een geobjectiveerde beoordeling van de situatie op die datum.
Het standpunt van de AFM dat niet relevant is of Imtech op 20 juli 2012 mocht verwachten dat de realisatie van het avonturenpark in Polen (hierna: AWW-project) doorgang zou vinden, volgt de rechtbank niet. Uit het arrest van het HvJ EU 28 juni 2012, «JOR» 2012/259, volgt dat informatie over een gebeurtenis waarvan niet waarschijnlijk is dat deze zich zal voordoen niet concreet is (in de zin van art. 5:53 lid 1 Wft). In dit licht bezien is het naar het oordeel van de rechtbank relevant of de verwachting van Imtech op 20 juli 2012 redelijk was. Geen rechtsregel verplicht(te) Imtech ertoe informatie over de financiering van het AWW-project door Las Palm – met andere woorden, informatie over de financiële positie van haar contractpartij, niet die van Imtech zelf – onverwijld openbaar te maken indien zij geen gerede twijfel had of moest hebben aan het beschikbaar komen van de financiering. Dat Imtech op 20 juli 2012 gerede twijfel had of moest hebben aan de financiering van het AWW-project die noopte tot aanpassing van het persbericht van die datum heeft de AFM niet buiten redelijke twijfel aangetoond.
De door de AFM vastgestelde ‘negatieve feiten’ kunnen daarom niet worden aangemerkt als concrete informatie die Imtech op grond van art. 5:25i lid 2 Wft op 20 juli 2012 openbaar moest maken. Dit betekent dat de AFM niet buiten redelijke twijfel heeft…