Naar de inhoud

Sign. - Kort geding: definitie ‘loonperiode’ in de cao voor Particuliere Beveiliging is volgens de voorzieningenrechter aan te merken als minimumbepaling (Rb. Noord-Holland 2 februari 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:783)

Beveiligingsbedrijf I-Sec valt onder de algemeen verbindend verklaarde CAO Particuliere Beveiliging. In deze cao is een definitie opgenomen voor het begrip ‘loonperiode’, zijnde een periode van vier aaneengesloten weken waarover het loon aan de werknemer wordt uitbetaald. In de cao is verder bepaald dat de werkgever voor de werknemer in positieve zin mag afwijken van arbeidsvoorwaarden in de cao. De afgelopen jaren heeft I-Sec het loon aan diens werknemers uitbetaald per maand. I-Sec is in 2014 gecontroleerd op de juiste naleving van de cao, waarbij de maandelijkse uitbetaling is geconstateerd. I-Sec heeft hierop bij brief van 24 november 2014 dispensatie aangevraagd. Dit verzoek is afgewezen en I-Sec is opgedragen om vanaf 1 januari 2016 de verloning per vier weken te realiseren. I-Sec heeft hierop de benodigde omzetting geregeld en haar werknemers hiervan in kennis gesteld. Na klachten van werknemers heeft de OR I-Sec gevraagd de maandelijkse salariëring te continueren. I-Sec heeft de OR medegedeeld dat zal moeten worden overgaan op vierwekelijkse verloning conform de cao. De OR vordert hierop in kort geding dat I-Sec wordt veroordeeld haar werknemers ook na 1 januari 2016 maandelijks te verlonen. De OR betoogt dat de definitie van ‘loonperiode’ een minimumkarakter heeft en dat daarvan dus in positieve zin voor de werknemer mag worden afgeweken. De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat cao-partijen de definitie van ‘loonperiode’ hanteren als standaard voor de verloning van de werknemers op wie de cao van toepassing is. Dat brengt echter niet mee dat reeds om die reden sprake is van een standaardbepaling, waarvan niet mag…