Sign. - Kosten derdenbeslag
Nadat de affectieve relatie tussen partijen is geëindigd hebben partijen een geschil over (onder meer) de betaling van de alimentatie. De vrouw heeft beslag doen leggen op het onder de notaris berustende, aan de man toekomende deel van de verkoopopbrengst van de gezamenlijke woning. Zij vordert uitbetaling van het haar toekomende bedrag uit het depot. Voorts vordert zij dat de man wordt veroordeeld om de beslagkosten te betalen.
De man vordert op zijn beurt opheffing van de door de vrouw gelegde beslagen, op de grond dat zij niets van hem te vorderen heeft. Volgens de man heeft hij zelfs juist een vordering op de vrouw, nu hij een declaratie van de notaris heeft voldaan in verband met werkzaamheden die met het beslag verband hielden.
De rechtbank wijst er voor de duidelijkheid op dat de kosten die de derde maakt in verband met een beslag in één geval voor rekening van de beslaglegger komen. Dit is het geval waar het betreft de kosten van de 'afschriften' als bedoeld in artikel 476b lid 2 Rv. Deze mogen op grond van het bepaalde in artikel 477 lid 2 Rv van het door de derde uit te betalen bedrag worden afgetrokken. Indien en voor zover de derde andere in verband met het beslag gemaakte kosten vergoed wil zien, ligt het voor de hand dat zij - ervan uitgaande dat komt vast te staan dat het beslag op goede gronden is gelegd - uiteindelijk worden gedragen door de persoon die aanleiding heeft gegeven tot de beslaglegging, te weten de 'onwillige' schuldenaar. In de onderhavige situatie betekent dit dat eventuele kosten van afschriften als bedoeld in artikel 476b lid 2…