Naar de inhoud

Sign. - ‘Slechts’ aanspraak op het liquidatie-overschat: onvoldoende om van een BV-aandeel te kunnen spreken? (Ondernemingsrecht 2016, 35, mr. T.A. Keijzer en mr. drs. L. in ’t Veld)

Vanaf 1 oktober 2012 kan de BV zowel ‘winstrechtloze’ aandelen als ‘stemrechtloze’ aandelen uitgeven. Het vernieuwde art. 2:190 BW staat echter niet toe dat een BV-aandeel ‘slechts’ een aanspraak op het liquidatiesaldo omvat. De wetgever heeft hiermee beoogd te voorkomen dat rechten van aandeelhouders te zeer worden uitgehold. Hieruit volgt dat aan art. 2:190 BW een beschermend element kan worden toegekend en dit betreft een aanmerkelijke verruiming ten opzichte van de oude situatie. In dit artikel nemen de auteurs de grenzen van art. 2:190 BW nader onder de loep. Daarbij bespreken de auteurs wanneer, ingeval een ‘recht’ louter aanspraak geeft op uitkering van het liquidatie-overschot, sprake kan zijn van een winstrechtloos aandeel. Daarnaast gaan zij in op de vraag of de parlementaire criteria, vanuit bedrijfseconomisch en rechtsvergelijkend perspectief, als passend bij de Flex-BV kunnen worden beschouwd. Daarbij hopen de auteurs nieuwe argumenten aan te dragen voor dit onderwerp. De auteurs concluderen dat naar huidig BV-recht een ‘recht’ dat louter deelt in het liquidatiesaldo niet als aandeel kan gelden. Vanuit economisch perspectief merken de auteurs op dat de aankondiging van het vennootschapsbestuur om over te gaan tot vrijwillige ontbinding gepaard kan gaan met economische voordelen voor de aandeelhouder. Dit maakt dat de beslissing om het instrument, dat ‘slechts’ aanspraak op het liquidatiesaldo omvat, niet als BV-aandeel aan te merken, zijn doel in ieder geval gedeeltelijk voorbijschiet. De auteurs achten het wenselijk om tijdens een mogelijke herziening van het BV- en/of NV-recht hiermee…