Naar de inhoud

Sign. - Vaststellingsovereenkomst

Van den Bos is met een rechtsvoorgangster van Dexia twee overeenkomsten van effectenlease aangegaan. Nog voor het einde van de looptijd van leaseovereenkomst I heeft Dexia aan Van den Bos een voorstel gedaan voor een regeling met betrekking tot de afwikkeling van een mogelijke restschuld die bij beëindiging van elk van de leaseovereenkomsten kon ontstaan. Van den Bos heeft het aanmeldformulier ondertekend en retour gestuurd. Het betoog van Van den Bos dat de leaseovereenkomsten nietig zijn wegens schending van het vergunningvoorschrift van art. 9 Wck en dat de aanbodovereenkomst de strekking heeft voort te bouwen op de leaseovereenkomsten (art. 6:229 BW), faalt. Volgens vaste rechtspraak geldt het vergunningvoorschrift van art. 9 Wck (oud) niet voor krediettransacties onder leaseovereenkomsten als waar het hier om gaat. Daarnaast verdraagt de opvatting dat de aanbodovereenkomst voortbouwt op de leaseovereenkomsten in de zojuist bedoelde zin zich niet met de kwalificatie van de aanbodovereenkomst als vaststellingsovereenkomst (art. 7:900 lid 1 BW). De aanbodovereenkomst betreft een van de leaseovereenkomsten te onderscheiden overeenkomst en de eventuele aantastbaarheid van de leaseovereenkomsten laat de geldigheid van de aanbodovereenkomst onverlet. (Hof Amsterdam 5 april 2011, «JOR» 2012/11)